WAYNE BRERETON - THE ROBIN’S CALL

Artiest info
bandcamp
facebook
 

Wellicht is dit niet meteen de meest bekende naam in de hedendaagse Ierse folk, al heeft Wayne er al een flink gevuld parcours op zitten en al kent u misschien wel de band Turas, waarin hij samen met papa Brian de centrale figuur is, of misschien zegt ook de naam “The Cardinal Sins” u iets. Dat zou dan betekenen dat un enigszins thuis bent in de Celtic Rock à la Flogging Molly of The Saw Doctors. Hoe dan ook is dit het solodebuut van zanger/gitarist/bassist Wayne, die hij maakte en opnam in de nasleep van een erg ingrijpende ziekte vlak voor de Covid-tijden -het ging o een lekkende hartklep-, die hem voor lange tijd aan zijn ziekbed gekluisterd hield en net toen hij het ziekenhuis mocht verlaten, ging de wereld op slot. Toen Wayne stilaan weer aan zingen en optreden begon te denken, kwam er een ontstoken wijsheidstand aan te pas, met als gevolg nog eens een wekenlange ziekenhuisopname.

Alvast de titel van de plaat lijkt dus enig autobiografisch gegeven in te houden: het roodborstje staat er immers om bekend een taai en veerkrachtig vogeltje te zijn, dat alles zal doen om telkens weer terug te keren naar zijn natuurlijke habitat. Als je die omschrijving naast de ziekte van Wayne legt, begrijp je alvast waarom hij deze plaat maakte en waarom hij ze zo titelde. De muziek van de zeven tracks is diep in de Angelsaksische folktraditie geworteld en je kijkt dus nauwelijks op van de fluit-, fiddle- of bouzouki klanken die je tegemoet komen. Zelf moest ik van bij de eerste beluistering denken aan Christy Moore en dat vind ik allerminst een belediging. Opener “Keg of Brandy” is een bijna-traditional uit de achttiende eeuw, die talloze keren werd opgenomen en die vooral sinds Robbie O’Connell hem aan het begin van deze eeuw terug opnam en herwerkte, aan een soort derde leven toe is. “’S Cuma Grian No Sion” vormt het eerste echte “aha-moment” voor ondergetekende: het is de omzetting naar het Gealic van “Come Rain or Come Shine” van David Francey en dat kennen we dan weer van Sophie Janna’s versie, al dan niet met The Lasses. Hier krijg je zowel de Gaelic als de Engelse versie te horen.

Op “The Mountains of Pomeroy”, nog zo’n standard uit het midden van de negentiende eeuw, neemt Eva Coyle de duet-partij en de piano voor haar rekening en zij slaagt er in de kern van de song -de onmogelijke liefde- mooi te vertalen naar vandaag.”Shepherd Lad” kennen we ook al, van zowel The Battlefield band, Karine Polwart als John McCusker en de hupse, springerige benadering hier geeft de song een nieuw elan. In tegenstelling tot de “jonge” song “The Diamantina Drover”, in de jaren ’80 geschreven door Hugh MacDonald voor de nog altijd bijzonder straffe “Caught in the Act”-LP van zijn band Redgum, is “When First unto this Country”, alweer een heuse traditional, ooit opgetekend door Alan Lomax en meer dan betekenisvol in het licht van de grote oversteek van Ieren naar de States. Als je dit allemaal bij elkaar optelt en daar de heel knappe stem van Wayne Brereton aan toevoegt, krijg je als resultaat een oerdegelijke hedendaagse plaat waarop met veel respect omgegaan wordt met de rijke traditie. Ik denk dat dit een blijvertje wordt !

(Dani Heyvaert)